Opwekkers van warmte voor warmtenetten worden verdeeld in 10 types:
- WKK-eenheden op niet-hernieuwbare brandstoffen
- WKK-eenheden op hernieuwbare brandstoffen
- WKK-eenheden op geothermische energie of zonne-energie
- WKK-eenheden die warmte recupereren van chemische of andere processen (bijv. surplus warmte van industriële of andere processen)
- Eenheden die enkel warmte opwekken uit niet-hernieuwbare brandstoffen
- Eenheden die enkel warmte opwekken uit hernieuwbare brandstoffen
- Eenheden die enkel warmte opwekken op basis van elektriciteit (bijv. elektrische boilers)
- Eenheden die enkel warmte opwekken op basis van geothermische energie, omgevingswarmte of zonne-energie
- Warmte-recuperatie-eenheden die warmte recupereren van chemische of andere processen (bijv. surplus warmte van industriële of andere processen)
- Directe uitkoppeling van thermische energie uit een bovenliggend netwerk via warmte-wisselaar
WKK-eenheden (type 1 t.e.m. 4) zijn installaties die tegelijkertijd zowel elektriciteit en/of mechanische energie als warmte opwekken. De technologieën die onder deze categorie vallen, omvatten:
- Gecombineerde cyclus gasturbine met warmteterugwinning
- Gasturbine met warmteterugwinning
- Interne verbrandingsmotor
- Stoom tegendruk turbine
- Stoom condenserende afzuigturbine
- Andere (bijv. microturbines, stirlingmotoren, brandstofcellen, stoommachines, organische Rankine cyclus en elke technologie die de definitie van WKK-eenheid valt)
Opwekkingseenheden van het type 5 t.e.m. 8 zijn eenheden die enkel warmte opwekken. Bij een ketel die enerzijds warmte of stoom in een WKK-eenheid voedt en anderzijds warmte of stoom levert aan een warmtenet, wordt deze laatste vermelde warmte of stoom gerapporteerd onder type 5 en 6.
Opwekkingseenheden van type 9 omvatten warmte-recuperatie-eenheden die warmte recupereren van chemische of andere processen (bijv. surplus warmte van industriële processen, productieprocessen, datacenters, metrosystemen of andere processen). Hier moeten enkel eenheden worden gerapporteerd die de warmte terugwinnen nadat chemische of andere processen plaatsvonden om te gebruiken in warmtenetten. Deze overtollige warmte zou anders ongebruikt in de lucht of in het water terechtkomen.
Onder niet-hernieuwbare brandstoffen (type 1 en 5) wordt verstaan:
- Steenkool en octrooi-brandstoffen
- Sub-bitumineuze steenkool
- Bruinkool en bruinkoolbriketten
- Turf
- Cokesovengas
- Hoogoven- en zuurstofstaalovengas
- Andere vaste steenkoolproducten
- Restbrandstof
- Raffinaderijgas
- Andere vloeibare fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Nucleaire warmte
- Afval van industriële niet-hernieuwbare oorsprong (vaste of vloeibare stoffen)
- Restafval van niet-hernieuwbare oorsprong van huishoudens, industrie, ziekenhuizen en tertiaire sector, het betreft niet-biologisch afbreekbare materialen verbrand in specifieke installaties.
Onder hernieuwbare brandstoffen (type 2 en 6) wordt verstaan:
- Vaste biomassa
- Restafval van hernieuwbare oorsprong van huishoudens, industrie, ziekenhuizen en tertiaire sector, het betreft biologisch afbreekbare materialen verbrand in specifieke installaties
- Biogas
- Vloeibare biobrandstoffen
- Alle andere hernieuwbare energiebronnen niet expliciet genoemd in type 3 (voor WKK-eenheden) en in type 8 (voor eenheden die enkel warmte opwekken).
Type 3 omvat alle WKK-eenheden die als energiebron geothermische energie of zonne-energie gebruiken.
Type 8 bevat alle eenheden die enkel warmte opwekken die als energiebron geothermische energie, omgevingsenergie of zonne-energie gebruiken.
Type 4 omvat WKK-eenheden die warmte gerecupereerd uit chemische en andere processen (bijvoorbeeld overtollige warmte van industriële processen, productieprocessen, datacenters, metrosystemen of een andere proces) als belangrijkste energiebron gebruiken, bijv. om de stoomturbine te laten werken. Als de gerecupereerde warmte niet de belangrijkse energiebron is moeten de gegevens van de WKK gerapporteerd worden in de rijen 1,2 en 3 volgens de methode in de '
Annual Electricity and Heat Questionnaire'.
Type 7 omvat alle eenheden die elektriciteit als een input gebruiken (bijv. elektrische boilers die warmte opwekken via het Joule effect in elektrische weerstandselementen).
Enkele praktische voorbeelden:
- Warmte opgewekt bij de verbranding van huishoudelijk en industrieel afval (hernieuwbaar en niet-hernieuwbaar) moet gerapporteerd worden onder:
- type 1 en 2, indien de opwekkingseenheid een WKK betreft, dit is het geval als een deel van de opgewekte stroom gebruikt wordt om elektrische energie op te wekken;
- type 5 en 6, indien het een eenheid betreft die enkel warmte opwekt;
- Voor de verbranding van huishoudelijk afval moeten dus 2 opwekkers gerapporteerd worden: 1 hernieuwbare en 1 niet-hernieuwbare opwekkingseenheid. Het gerapporteerde vermogen en de gerapporteerde energie per opwekkingseenheid wordt verdeeld op basis van de groenfactor.
- Warmte die de ondergrond (geothermie) of zonnecollectoren gehaald wordt en rechtstreeks (zonder tussenkomst van een warmtepomp) via een warmtewisselaar geleverd wordt aan een warmtenet wordt gerapporteerd onder type 8.
- Warmtepompen worden, afhankelijk van hun warmtebron, gerapporteerd onder type 8 of 9.